Die lopen toch vanzelf dicht, wanneer het vertrek eenmaal op temperatuur gekomen is. Toch is dat iets anders dan een waterzijdige balans.
In het begin van het opwarmen staan alle thermostaatkranen in huis helemaal open. Dan zullen de radiatoren met de minste stromingsweerstand het snelste warm zijn; dus ook die kamers. Eenmaal warm genoeg loopt de kraan dicht en stroomt het water meer naar de volgende radiator. Ook die kamer wordt warm, en het water weer verder. Dat verschuiven herhaalt zich steeds. In een groot huis met de ketel op zolder zal eerst de zolder warm zijn. Vervolgens de 2e verdieping, de eerste verdieping en dan pas de begane grond.

De invloed van de nachttemperatuur

Zie hoe slim het fabeltje van een te hoge nachttemperatuur hier de helpende hand reikt! Wanneer 's nachts doorgestookt wordt, zal de kamertemperatuur minder dalen, en is het gevolg van een waterzijdige onbalans beperkt, omdat de kranen veelal dicht lopen.

Dubbel instelbaar

Een thermostaatkraan kan men alleen instellen als die kraan dubbelinstelbaar is. Dat is alleen zichtbaar als de trhermostaatknop van de kraan gehaald is. Bij dubbel instelbare kranen worden dan cijfertjes zichtbaar, en/of een instelmechaniekje, waarvoor vaak een speciaal sleuteltje voor nodig is.