Bij vloerverwarming worden buizen of slangen in de vloer gelegd die deze opwarmen, zodat het behaaglijk aanvoelt. In feite functioneert de hele vloer dan als een radiator. Vloerverwarming mag men alleen aanbrengen in vloeren die daarvoor geschikt zijn, en omdat wijzigingen in het systeem achteraf bijzonder ingrijpend zijn, is het raadzaam om hierover gedegen advies in te winnen bij de vloerverwarmingsfabrikant.
Het is belangrijk om te weten dat het water van de vloerverwarming niet al te warm mag worden (max. 50°C), omdat anders de vloer beschadigt. Dit betekent automatisch dat een vloerverwarming moeilijk combineert met radiatoren, omdat deze een hogere watertemperatuur nodig kunnen hebben. Toch is die combinatie goed haalbaar door gebruik te maken van een hydraulisch neutrale verdeler.
Het legplan
Dat is een tekening waar precies op staat hoe de slangen gelegd zijn. De groepen en de hartafstanden staan daar op ingetekend. Vraag voor- en achteraf altijd om een legplan. Vooraf kunnen wij het nog beoordelen, achteraf maakt een legplan het makkelijker om waterzijdig in te regelen.
Een legplan van een grote vloerverwarming
Een groot aantal groepen, en ook de plaats van de verdeler is afgebeeld.
Belangrijk om rekening mee te houden!!
- De hartafstand bij de ramen moet kleiner zijn dan elders in de vloer. Is dat zo, dan zal bij die ramen extra warmte zijn, waardoor een klein warmtegordijn voor het raam komt. Dit gaat koustraling tegen. Het werkt precies hetzelfde als bij radiatoren. Ook die zitten als het goed is onder de ramen. Alleen met schuifpui is dat wat lastig, en dan is ook het beste om er een convectorput voor te leggen.
- De slangen worden in een afdekvloer gelegd. Zorg ervoor dat men niet met kruiwagens vol cement over die slangen rijdt. Dan deuken die slangen in, en stroomt het water niet meer zo goed door die slangen. De aanleg van vloerverwarming is een zorgvuldig werkje!