het gaat hier om één kamerthermostaat voor de hele installatie of een hele groep van het onderstation. Zo'n kamerthermostaat stuurt de brander van de ketel of een driewegklep van de groep aan, wanneer de kamertemperatuur in het vertrek waar de kamerthermostaat hangt, lager is dan de gevraagde ruimtetemperatuur. Alle overige vertrekken van die groep lopen dan mee. Als er goed waterzijdig ingeregeld is, zullen ook die de overige vertrekken in het pand ook mooi op temperatuur komen.

De referentieruimte

Dat kan alleen maar functioneren, wanneer de kamerthermostaat op een representatieve plaats hangt. Daarmee wordt een vertrek bedoeld, waar de thermostaat kan reageren op radiator- of vloerverwarmingswarmte, en niet al te zeer last heeft van andere warmtebronnen zoals leidingen, zon, computers ed. Voor deze zogenaamde referentieruimte kiest men in de regel een gebruiksruimte, waar overdag wel warmte gewenst is.

Een binnenvoeler

In grote gebouwen draait iedereen aan de knoppen. Vaak is het dan vaak handiger om alleen de temperatuurvoeler van de kamerthermostaat in de referentieruimte te hangen.